Arbeit en Minne: Enkele aspecten van de spiritualiteit van de Cisterciënzers in de Middeleeuwen.
De tentoonstelling ‘Arbeit en Minne: enkele aspecten van de spiritualiteit van de Cisterciënzers in de Middeleeuwen’ gaat, zoals de titel al aangeeft, over de spiritualiteit van de Cisterciënzers. De leef- en denkwereld van de Cisterciënzers werd gekenmerkt door ‘arbeit en minne’. Aan de ene kant legden de Cisterciënzer monniken en nonnen nadruk op het harde werken dat nodig was om verlossing te krijgen, aan de andere kant benadrukten zij ook als eersten de liefdevolle kanten van God en Jezus Christus.
De spiritualiteit van de Cisterciënzers kwam op een concrete manier tot uiting, bijvoorbeeld in de manier waarop de kloosters ingericht waren. De dagindeling van de Cisterciënzers was vooral gebaseerd op de Regel van Benedictus (geschreven rond 600). In deze regel wordt precies uitgelegd hoe de monnik zich hoort te gedragen en op welk moment van de dag hij wat moet doen. Hieronder ziet u een voorbeeld uit de Regel van Benedictus.
Hoofdstuk 12: Hoe de dienst van de ochtendgetijden gevierd wordt
In de ochtendgetijden op zondag zingt men eerst psalm 66 zonder antifoon en zonder onderbreking. Daarna wordt psalm 50 gezongen met alleluja. Daarna zingt men psalm 117 en psalm 62. Vervolgens de zegeningen en de lofpsalmen; een les uit de Apocalyps, de ambrosiaanse hymne, het vers, het kantiek uit het Evangelie, de litanie en daarmee wordt de dienst besloten.
Het is niet toevallig dat hier een regel gekozen is, waarin muziek een grote rol speelt. De muziek was een essentieel onderdeel van de Cisterciënzer spiritualiteit. In elk getijdengebed werden er andere liederen gezongen, waardoor in een week alle 150 psalmen gezongen werden. De Gregoriaanse gezangen waren gebeden, die, door hun ritme, gemakkelijk te onthouden waren.
In de tentoonstelling werd, aan de hand van de Regel van Benedictus, een tipje van de sluier opgelicht van de uitgebreide Cisterciënzer spiritualiteit. In de spiritualiteit van de Cisterciënzers werd, net als in de Regel van Benedictus, de nadruk gelegd op de noodzaak van werken om verlossing te krijgen. Daarnaast werden alle handelingen ingegeven door een notie van Liefde, zowel van de monnik voor God als van God of Christus voor de monnik. Aangezien de spiritualiteit van de Cisterciënzers een complex geheel is, wordt er in de tentoonstelling de nadruk gelegd op hoe de ideeën concreet tot uiting werden gebracht in de middeleeuwen. Zo kunt u onder andere een 15e eeuws Mariabeeld met ‘springend kind’ bekijken, wordt er een geselwerktuig tentoongesteld en is er tevens een beker uit het klooster Yesse (een dochterklooster van Aduard dat dichtbij Haren (Gr.) lag) te zien, die waarschijnlijk als eucharistiebeker gediend heeft.